44. Macht

Begin jaren negentig was de studie werktuigbouwkunde op de toenmalige HTS voornamelijk bevolkt door vers van de havo afkomstige jongens; vier op de 120 studenten was vrouwelijk. We werden zorgvuldig over de klassen verspreid en daar was ik blij mee. Tegenwoordig moeten meisjes in door jongens gedomineerde omgevingen bij elkaar gezet worden, want anders is het zo zielig voor ze en kunnen ze geen aansluiting krijgen. Voor sommigen zal dat waar zijn, maar ik was blij met die regeling waar ik destijds in viel. Toen ik met die opleiding begon was ik ongeveer vijf jaar ouder dan mijn klasgenoten – ik trok ook gelijk naar de jongens die, net als ik, eerst een andere studie hadden gedaan en ouder waren dan de rest – en had ik al meer scholing gehad dan de meesten. Dat gaf mij een voorsprong die mij in staat stelde om om de grappen en grollen van mijn klasgenoten te lachen, meestal openlijk en redelijk luid. Als ik daar aan terug denk hadden zij vermoedelijk eerder last van mijn aanwezigheid dan ik van de hunne, omdat ik overal de komische noot van inzag en zij zich een beetje uitgelachen moeten hebben gevoeld. Wat ook weer niet mijn bedoeling was. Maar als je jong bent maak je fouten, en dat doe ik trouwens nog steeds.

Mijn studietijd was leuk, vrolijk en zonder nare incidenten zoals die die nu in de media rondrazen: geen seksuele intimidatie, onderdrukking of discriminatie. Sterker nog: het viel me op dat een vrouwelijk jaargenootje van mij, een prachtig Marokkaans meisje, tenger, verlegen en beeldschoon, door al die jongens werd beschermd en gekoesterd. Zaten ze in mijn aanwezigheid ongegeneerd al dan niet seksuele en/of domme moppen te tappen en idiote stoere verhalen op te dissen (waarvan ik doorgaans dubbel lag van het lachen) dan werd er meteen “SSSSST, houd je kop!” gesist wanneer het beeldschone medestudentje binnen gehoorafstand kwam. Stel je voor dat ze iets opving, ze mocht geen slechte indruk van hen krijgen! Ze wilden allemaal een uitstekende indruk op haar achterlaten, dat was heel belangrijk. Mij daarentegen vroegen ze doodleuk waarom ik niet tijdens de diensttijd mijn rijbewijs had kunnen halen. (Noot: die was er toen nog niet voor meisjes en ja, zo lang is dat dus al geleden). Kennelijk was ik een van de jongens.

Het was pas in de hiërarchische omgeving van werk, geld en macht dat ik ontdekte hoe mannen met seks je kunnen vernederen, maken en breken. Vooral dat laatste. Ik hoop dat als alle consternatie rond de “Weinsteinkwestie” wat gezakt is er een collectief inzicht kan opstaan dat je niet alle mannen over een kam kunt scheren (dat is discriminatie op geslacht!) en dat je veel beter dan nu gebeurt in de gaten moet houden hoe personen met macht zich ontwikkelen. Dus dat je, kort gezegd, als overheid of ander toezicht houdend orgaan, extra alert bent op seks als machtswapen. Want in alle vreselijke verhalen die nu boven komen lijkt het dat veel te grote ego’s en machtswelllust nog steeds ongehinderd uitgeleefd kunnen worden; daar moeten we iets adequaters tegen gaan bedenken. Laten we daarbij de nuance aanbrengen dat niet alle mannen hetzelfde zijn. Net zo min als dat alle blanken racisten zijn of alle zwarten slachtoffers. Wat niets afdoet aan het leed dat erg veel individuen zo veel andere individuen aandoen. Hoe gaan we daar voortaan op een menswaardiger manier mee om? Want zoals we het nu doen werkt het niet.