43. Leren of vegeteren?

‘Ik zeg maar zo: ik zeg maar niets! Ik ben niet gek, ik ben een fiets!’ Met de pepernoten alweer in het schap – wat toch altijd weer bloed irritant dat van een op zichzelf aardige traditie weer een melkkoe moet worden gemaakt – raak ik zowaar in de dichtmodus. Dat is me nog nooit eerder gebeurd! De verplichte rijmelarij die in december altijd weer toeslaat (als je kinderen hebt, ze hoeven niet eens jong meer te zijn) heeft mij nooit geraakt. Tot nu dan. Ik ben momenteel slachtoffer van een nostalgische fase en moet steeds denken aan uitspraken die ik met medestudenten vaak bezigde; van die uitspraken die overal en nergens op van toepassing zijn en die je dus altijd kunt gebruiken. En je omgeving snapt je gewoon! (Denk je dan.)

Maar het decemberiaanse gerijmel, dat altijd nog beter is dan die zogenaamde gedichten waar niet eens rijm meer in zit – dat zijn teksten die gewoon slecht geschreven zijn – heeft me altijd tegen de borst gestuit. En niet eens omdat ik rijmen niet leuk vind, maar omdat het moet. Altijd weer die dwang. Die vergalt alles wat leuk is. En dat is precies wat er mis is met ons hedendaagse onderwijs.

Toen ik zelf nog in de schoolbanken zat was ik een meester in mijn snor drukken als het om die verplichte ‘tussenproeven-van-bekwaamheden’ ging. Tegenwoordig zou ik daar niet meer mee weg komen, ons onderwijs zit van klas 1 t/m 6 zo dichtgetimmerd met controlerende toetsjes, schriftelijk en mondeling, dat je als leerling gedwongen wordt om tussentijds te leren. Terwijl ik bij voorbeeld het altijd veel fijner vond om eerst de hele stof van een proefwerk voorbij te zien komen voordat ik echt begon met leren. Ik vegeteerde dan zogezegd, onderuit gezakt in mijn stoel, de uitleg van de docent kritisch – dus niet altijd per se stil – volgend en aantekeningen makend, maar er ook direct opgaven over maken lukte niet (daar had ik eerst nog inzinktijd voor nodig). Mijn aantekeningen waren achteraf gezien ware kunstwerken. Ik schreef van links naar rechts en weer terug, pijlen en bijschriften die alles verbonden, grote en kleine letters gebruikend want dat gaf dan een relatief of absoluut belang weer. Niemand die mij ooit vroeg om mijn aantekeningen te mogen gebruiken als die een les had gemist; er was voor een ander toch niet uit wijs te worden! Maar ik zag in een oogopslag weer het hele verhaal van die les. Zo praktisch. 

Die bovenmatige dwang die tot leren zou moeten leiden, waarom doen we dat tegenwoordig zo? Omdat de docent van nu verantwoordelijk is voor de resultaten van leerlingen. Zo bizar zijn we nu bezig.