52. Efficiëntie is de oplossing. Voor alles!

Door de krant te lezen blijf ik me verbazen; met een beetje mazzel kun je op dezelfde dag lezen over overbevolkingsproblemen tegenover mensen die levensmoe zijn, over werkloosheid en personeel vervangen door robots of, ook zo’n mooie, in de zorg te horen krijgen dat als je je ziek meldt dat dat voor je collega’s de werkdruk verhoogt! En dat heeft resultaat: er wordt na zo’n peptalk minder ziekgemeld, hoera. Zie het artikel De zieke zorg heeft behoefte aan een fluwelen handschoen in Trouw van 21-2-2018. Op de korte termijn is met morele chantage de werkdruk van de toch al overbelaste collega’s net onder het breekpunt gehouden en straks, als de nieuwe leiders aantreden, vallen hele groepen uit met inmiddels langduriger en ernstiger ziektes – verkoudheidje wordt longontsteking en oververmoeidheid wordt burn-out – omdat ze te lang zijn doorgegaan. Gefeliciteerd hoor, dit is Nederland op zijn best.

Ook over Neerlands paradepaardje maken werkgevers zich terecht zorgen. De vraag waarmee geworsteld wordt is: hoe maken we het onderwijs nog goedkoper, met nog meer kinderen op een hoger diploma (maar alleen degenen die onder gemiddeld vwo zitten, he! De slimmere kinderen krijgen geen passend onderwijs want we hebben geen flauw benul hoe we dat moeten doen en er zijn zelfs scholen die het hele bestaan van het probleem totaal ontkennen. Struisvogelpolitiek als oplossing voor alles wat moeilijk is vind ik zelf ook erg fijn. Maar mijn invloed is marginaal, terwijl werkgevers kunnen maken en breken, waarbij dus tegenwoordig de nadruk ligt op breken.

Kijk naar het onderwijs en je ziet dat ervaren werknemers het leven zuur wordt gemaakt door te weinig voorbereidingstijd bovenop extra bewerkelijke klassen, dus dubbel tekort! Er moeten namelijk meerdere niveaus in een groep gezet worden: de brede brugklas, zuiver en alleen om de ouders tevreden te houden maar officieel heet het dat de zwakkere kinderen uit achtergebleven milieus dan dezelfde kansen zouden krijgen als de kinderen van hoog opgeleide ouders. Waarbij mijn ervaring indertijd was dat tachtig tot negentig procent van de klas op het laagste niveau blijkt te zitten en daar ook het diploma in gaat halen. Het idee is dat de slimmere kinderen de zwakkeren  naar hun niveau tillen, maar dat lukt niet, om twee redenen. Ten eerste zijn ze in de minderheid en hebben daardoor te weinig invloed. Maar belangrijker is misschien nog wel dat docenten hun lessen afstemmen op het gemiddelde van de groep omdat je anders geen aansluiting hebt met je leerlingen. Dat is een harde voorwaarde om effectief les te kunnen geven. Maar de sterkere leerling is daar de dupe van, want die krijgt onder zijn niveau les en gaat indutten, waarbij leren leren ook al niet wordt ontwikkeld en elke motivatie uiteindelijk verdwijnt.

Dit speelt al jaren, maar deze situatie blijft in de bestaande status quo hangen omdat onderwijs wordt gezien als een product met leerlingen als klanten en het bereiken van willekeurig hoge diploma’s volstrekt maakbaar zou zijn en leidend is bij de toekenning van gelden en de manier waarop die gelden worden verstrekt. Eigenlijk is het probleem dus dat de beslissers over de manier waarop onderwijs is georganiseerd en gefinancierd moet worden bij mensen ligt die denken in termen van opbrengsten en efficiency; ze zitten op de verkeerde plek.

Ik zie niet meer gebeuren dat dat nog verandert, niet in mijn werkende leven. Daarom heb ik een fijne oplossing bedacht die het onderwijs naar marketingideologie “verbetert” en “nog efficiënter maakt” en het lerarentkort “oplost”, want If you can’t beat them join them! Ik zeg: voortaan alleen nog robots voor de klas. Die zijn ook iets makkelijker te programmeren en ze klagen niet. Het is zelfs noodzakelijk, want jonge beginners bezwijken onder de werkdruk en discrepantie tussen wat opleiders je leren en waar je leidinggevende je, letterlijk, op afrekent, als je toevallig bij de verkeerde school bent geland. Ervaren docenten nemen ontslag wegens (voortijdige) pensionering, te weinig doorgroeimogelijkheden en de cumulatieve verzwaring van het werk door steeds nieuwe aanvullende taken die de overheid aan scholen oplegt. De herintreder, tenslotte, raken we net zo snel weer kwijt als we die wonnen omdat die als flexwerker nergens meer langer dan twee jaar kan blijven (die is een collectief bezit van alle scholen geworden, maar dan wel zonder rechten) en ondertussen leeggezogen wordt omdat je moet blijven investeren alsof je er wel vast aangenomen gaat worden. En die kwam mede vanwege de ontslagbescherming, die de onderwijswerkgever vroeger zo aantrekkelijk maakte! Dus: gaan we door op dit spoor en zeggen we: leve de robots?