49. Docent of toch onderzoeker? Moeilijk…

Afgelopen week kwam eindelijk de waarheid over windenergie onverbloemd en onbeschaamd in Trouw aan het licht. Wat bleek? Nadat vooral dat rendement van windmolens altijd veel te laag was – tegen dat je met zo’n molen zijn kosten hebt terugverdiend is het ding alweer toe aan vervanging (oké, inmiddels: bijna toe aan vervanging) – mag nu kennelijk ook breder bekend worden dat onze onvolprezen windmolen gemaakt wordt van materialen die ook met mijnbouw gewonnen moeten worden en die, dat vooral, schaars zijn. Was het een jaar of tien geleden dat Natuur, Wetenschap & Techniek met een overzichtsartikel kwam over de technologische stand van zaken betreffende manieren waarop duurzaam energie gewonnen kan worden? Daar werd onder andere in vermeld dat de bouwstoffen van apparaten die duurzaam energie opwekken op de korte termijn (decennia misschien al) het grote knelpunt gaan worden, na de concurrentie op prijs met fossiele brandstoffen, en dat gold zeker ook voor die windmolen. Er zullen inmiddels, zo veel jaren na dato, toch wel enige vervangers voor die kostbare materialen gevonden zijn? Als dat gebeurt lijkt mij dat groot nieuws, maar als die al zijn gevonden heeft de media daar hooguit zeer bescheiden ruchtbaarheid aan gegeven. Terwijl de ontdekking van vervangende stoffen voor deze kostbare materialen toch typisch zoiets is dat iedereen aangaat, dunkt mij. Dan mag de vlag uit en iedereen een dag vrij om het te vieren!

Maar vermoedelijk zijn die er (nog) niet. Wat we nu dringend nodig hebben is meer genialiteit en inventiviteit om vervangende materialen te fabriceren die niet de aarde uitputten. Dat is toch een prachtig gericht doel om voor op te leiden; daar kunnen we ons onderwijs best op inrichten als we weer die vraag krijgen: wat moeten onze huidige leerlingen straks kunnen en in wat voor soort werk zullen ze later terecht gaan komen? Als je nu al weet waar straks tekorten en knelpunten liggen dan kan je daar, volgens mij, iets mee doen. En gebruik dan dat geld voor dat stompzinnige lerarenregister om daar zinvol onderwijs voor te creëren. Voor dat “trots op mijn vak”-argument hoeft dat register niet, hoor. Als je als docent die trots niet voelt kan je misschien beter advocaat worden. En begin dan gelijk een proces tegen het ministerie van onderwijs over onverantwoorde verspilling van gelden aan registers terwijl we meer hoger opgeleide docenten nodig hebben, in plaats van ze weg te jagen met een nog dwingender registratie- en controle-orgaan dat ook de laatste lol in het vak bij de oudgedienden er echt wel uit weet te rammen. Moet je die ook weer gaan vervangen.

Wat we echter vooral dringend nodig hebben is meer fysici om energie rendabel uit quarkfusie te halen (New Scientist, februari 2018, blz. 15). Acht keer zoveel energie als de waterstofbom en geen kans op bomvormerij wegens afwezigheid van kettingreacties. Prachtig! Misschien kunnen de huidige natuurkundedocenten die straks door dat register een nieuw beroep willen of nodig hebben wel een mooi onderzoeksteam opstarten om de toekomst van onze bloedjes hier op aarde veilig te stellen. Doen we het lekker zelf. Ha!