82. En toen werd alles beter, toch nog

Al drie weken kijk ik verbijsterd naar de verandering die mijn en onze wereld heeft ondergaan. De rust – en bijbehorende verveling – die de herinnering aan mijn jeugd kenmerkt zijn ineens weer actueel. Trouw meldde zelfs een stijging van de populariteit van jeugdboeken: lezen bij de jeugd is weer terug van zeer lang weggeweest! Alsof ik terug ben in het verleden.

Het hele land is zwaar aan het afkicken; niet meer naar het park of strand, niet meer naar Ikea of een festival, niet meer naar de in verzorgingshuizen verblijvende familieleden die hun bezoekers zo hard nodig hebben, niet meer met z’n allen over die snelweg scheuren en winkelen is ook al niet leuk meer. Wat een zware prijs is dat voor het hele kleine lichtpuntje dat deze coronacrisis ook heeft opgeleverd: het besef bij leerlingen dat zelf plannen heel erg fijn is en veel kan opleveren. Dat je niet meer gedwongen een uur aan Duits en een uur aan scheikunde zit, maar een half uur aan het ene en anderhalf uur aan het andere vak omdat dat beter aansluit bij wat je nodig hebt. Dat je kan kiezen naar gelang je vermogen je te concentreren of de interesse die je voor iets (niet) voelt. En dat je concentratie, die flow waar je na diep nadenken in terecht kunt komen, niet wordt onderbroken door dat vaste ritme waarin alles al is ingedeeld en je alleen nog maar kunt volgen en uitvoeren. Op commando zin hebben in grammatica of kernreacties, terwijl je net creatief hebt lopen nadenken over dat ontwerp voor CKV, dat nu dus niet af is maar dat geweldige idee dat je op de trap kreeg om het een topprestatie te maken ben je wel straks kwijt.

In discussies over onderwijs en geluiden uit de overheid klinkt, als je goed luistert, door dat emotionele groei en het vermogen om te leren, creativiteit ontwikkelen en uithoudingsvermogen – ook op geestelijk vlak – belangrijke doelen worden gevonden. Maar dat bereik je toch alleen door dat tijd te gunnen en niet voortdurend dat proces te onderbreken? In het technasiumonderwijs is bewust tijd gecreëerd om langer diep en ononderbroken met een onderwerp bezig te kunnen zijn. Andere scholen creëerden projecten waarin je langer op hetzelfde onderwerp kunt doorstuderen. Projecten van talenvakken, zoals taaldorp, zijn bewust veel langer dan een lesuur zodat je ondergedompeld kunt worden in de taal met zijn cultuur. Maar wat is de overheersende mores in onderwijsland, zoals Nederland dat heeft geregeld? Elk uur iets anders, alles versnipperd, alles even belangrijk, maar geen rust en tijd om de tijd te nemen. Omdat er zoveel moet en wat er moet moet zo efficiënt mogelijk gebeuren. Anders is het te duur. Dus gaan we straks vrolijk verder met ophokken van klassen die niet te klein mogen zijn en verplicht zoveel uur zittijd per jaar moeten registreren. En dan een onderwijsinspectie er overheen laten gaan die vervolgens constateert dat de leerlingen niet geïnspireerd zijn. Gek he.