40. nietmijnregister.nl Teken nu!

Toen mijn kinderen nog op de basisschool zaten kreeg ik voortdurend verzoeken om de helpende hand te bieden bij de dagelijkse rompslomp. Welke ouder wilde komen helpen om het speelgoed een goede wasbeurt te geven? Wie wilde even een dag of twee de muren komen verven want dat was al dertig jaar niet meer gebeurd? Wie wil meewerken bij de boekenuitleen, overblijfouder zijn enz. En los van al die taken werd je als ouder ook nog eens regelmatig uitgenodigd voor, bij voorbeeld, het wekelijkse koffie-uurtje om mee te praten over het reilen en zeilen in de klas of om een avondje langs te komen om liedjes te (leren) zingen want dat werd thuis kennelijk niet meer genoeg gedaan. Toen ik vertelde dat mijn kinderen mij juist expliciet hadden verzocht om niet meer hardop te zingen werd daar niets mee gedaan, voor dit zijspoor hadden ze geen scenario anders dan: toch blijven doen, hoor! En dat ik elke week wel een keer voor of na de lessen de klas in moest komen om tekeningen en andere werkjes te komen bewonderen. Het ging maar door en op de dag dat mijn jongste definitief en officieel uit het basisonderwijs gegroeid was heb ik uit pure vreugde en opluchting een (mentale) radslag gemaakt. Eindelijk!

De reden voor dit betrekken van ouders bij de scholen, zo begreep ik indertijd, had te maken met het helpen van kinderen die thuis te weinig steun en stimulans kregen om zich voldoende te ontwikkelen en achter bleven op hun leeftijdgenootjes. De ouders dienden zich ook in te lezen en te leven in wat op school gebeurde zodat zij thuis verder konden met de onderdelen van het curriculum waar het kroost minder sterk in was. Met man en macht zijn de tegenstribbelende ouders de school in gesleurd en medeverantwoordelijk gemaakt voor alles wat daar gebeurt. Is het dan zo vreemd dat zij mondig worden, eisen gaan stellen en in de volgende school ook denken te moeten meebeslissen?

Het probleem zit volgens mij in de afwezigheid van een scheiding tussen enerzijds betrokken zijn bij de ontwikkeling van je kind – omdat die af en toe een moreel zetje nodig heeft om alles vol te kunnen houden – en anderzijds meebeslissen over dingen waar je als ouder het verstand, de ervaring, scholing en/of bevoegdheid voor mist. Het dagelijkse leven is in de afgelopen jaren doortrokken geraakt van roepen om ieders mening over alles. En als je om iemands mening vraagt, maar daar verder niets mee doet, dan krijg je boze reacties. Waarom vraag je me dit als je mijn antwoord toch niet de doorslag laat geven? Leg dan maar eens uit dat je naar het grotere plaatje moet kijken. Maar we, onderwijsprofessionals, hebben feitelijk zelf afstand gedaan van onze autoriteit op basis van scholing en ervaring, want de stem van de leek mag en moet tegenwoordig zelfs even hard meebeslissen.

Dus toen ik in de bijlage van Trouw op 2-9-‘17 in Een daverend succes, die hbs het afgedrukte bordje met de tekst: ‘hoofd en personeel van deze school zijn tijdens de lesuren niet te spreken’ zag staan, dacht ik meteen: terug met die grenzen, letterlijk en figuurlijk, tussen professional en dienstafnemer (en niet: “KLANT”!) want de professional heeft er voor geleerd, op gestudeerd en er duizenden uren aan besteed om uit te zoeken wat het beste is. De inbreng van ouders is onmisbaar als het gaat om het kind beter te duiden en daar wil ik niets aan afdoen, maar laat ieder dat doen waar hij het meest van weet in plaats van te doen alsof iedereen maar over alles mee moet kunnen beslissen, ongeacht of je er iets zinnigs over kunt zeggen. En de eerste stap daarbij is: weg met het lerarenregister, want daarmee kunnen ouders nog meer invloed op ons werk uitoefenen. Of laat ze het anders lekker zelf doen!