1. Je eigen land

 Nog in de basisschoolleeftijd kwamen mijn twee dochtertjes eens beduusd thuis: een groepje allochtone leeftijdgenootjes in de buurt had tijdens een ruzie bij het buitenspelen tegen hen gezegd: ga terug naar je eigen land! Daar waren ze toch al?

Deze verwensing kregen de buurtgenootjes blijkbaar ook wel eens te horen en ik vermoed dat zij daar net zo weinig kaas van konden maken als mijn dochtertjes. Het doet je afvragen waarom je iemand iets zou verwensen dat technisch gesproken onjuist, maar ook niet relevant is. Dat verwensingen goed zijn om stoom af te blazen heeft iedereen vast wel eens ervaren. En dat we tijdens ruzies dingen zeggen die we niet menen gebeurt de een meer dan de ander maar bij het bijleggen van dat dispuut kun je het meeste met sorry zeggen wel weer rechtzetten. Toch wens ik dan op melancholische momenten dat iedereen zich eerst even zou afreageren met een pen op een kladblaadje, dat kladblaadje daarna zorgvuldig zou weggooien en dan ten slotte zegt waar het werkelijk om gaat. En dan ook nog in opbouwende vorm, met behoud van respect voor de ander, tegen die ander. En alleen tegen die ander.

Helaas, we zijn geen supermensen. Maar het streven naar oplossingsgericht reageren in plaats van af te breken zou een hoop kunnen schelen. Kunnen we daar onze opvoeding, scholing en persberichtgeving niet (nog) meer op richten? Ik stel voor dat we met z’n allen alleen nog zeggen en schrijven wat opbouwend is geformuleerd en dat we er niet meer op reageren als we weer zo’n afbraakboodschap ontvangen. Wel een beetje zielig voor sommige politici, die juist populair zijn om hun vermogen tot schofferen, als die ineens consequent genegeerd gaan worden waar ze altijd zo succesvol waren. Hoe gaat Nederland er dan uitzien? Ik kan me daar nog even niks bij voorstellen.